WORMERVEER - De rechtbank Noord-Holland heeft twee mannen (24 en 32 jaar) veroordeeld voor het ontvoeren van een 14-jarige jongen in Wormerveer. Ze hebben beiden een gevangenisstraf opgelegd gekregen van negen maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Ook moeten de mannen een schadevergoeding van 1.000 euro aan de jongen betalen. Een derde verdachte (27 jaar) is vrijgesproken.


Aanleiding
Op 30 september 2020 waren de twee mannen in Wormerveer in de woning waar de 14-jarige jongen woont. In die woning vond een drugsdeal plaats tussen de twee verdachten en twee anderen, waarbij de stiefvader van de jongen een bemiddelende rol zou hebben gespeeld en de 14-jarige jongen zijn tolk was. Onder bedreiging van een vuurwapen is de drugs van de twee verdachten afgenomen, waarna alle mannen de woning zijn ontvlucht. De 14-jarige jongen heeft dit zien gebeuren.

De twee verdachten zijn daarna samen met de derde verdachte, die hen kwam ophalen, teruggekeerd naar de woning. Op dat moment bevonden de 14-jarige jongen en zijn broer zich in de woning. De twee verdachten zijn naar binnen gegaan en hebben tegen de jongen gezegd dat hij mee moest komen om zijn stiefvader te zoeken. Ze zijn vanuit de flat samen naar de parkeerplaats gelopen, in de auto gestapt en weggereden. Na ongeveer een uur is de 14-jarige jongen met de drie verdachten bij een tankstation aangetroffen in de auto. Volgens de verdachten was de jongen vrijwillig meegegaan in de auto.

Oordeel rechtbank
De rechtbank oordeelt dat sprake is geweest van een ontvoering. Gelet op de hiervoor beschreven omstandigheden heeft de 14-jarige jongen een zodanige druk ervaren om mee te gaan dat hij niet de vrijheid had om niet mee te gaan of weg te gaan. De rechtbank vindt de ontvoering een ernstig en schokkend feit, dat voor de minderjarige jongen zeer angstaanjagend moet zijn geweest.

De mannen werd ook verweten dat tegen de jongen was gezegd dat ze zijn vingers zouden afsnijden als hij niet zou meegaan. Daarvoor ziet de rechtbank onvoldoende bewijs. De jongen heeft hier pas in zijn tweede verhoor over verklaard, nadat hij eerder had gezegd dat hij niet was bedreigd.

De derde verdachte, die de auto had bestuurd en niet in de woning is geweest, is vrijgesproken. De rechtbank kan niet vaststellen dat deze verdachte wist dat de jongen tegen zijn zin in de auto werd meegenomen.