Het was ooit het Wilde Westen op de cryptomarkt. Lekker anoniem investeren, niemand die je op de vingers keek.

Maar die tijden zijn inmiddels echt voorbij. De Belastingdienst heeft namelijk z’n vizier vol op crypto staan. En dat merk je, zeker nu de controles flink zijn aangescherpt.

Waarom ineens die focus op crypto?

Nou ja, "ineens" is het niet echt. De Belastingdienst liep al een tijdje met een schuin oog naar de explosieve groei van digitale valuta. Steeds meer mensen kopen Bitcoin, Ethereum of andere crypto’s, soms voor de lol, soms als serieuze investering.

Als je kijkt naar de beste crypto om te kopen volgens 99Bitcoins, zie je zelfs dat meme coins en altcoins zoals Solana eveneens erg populair zijn – zelfs meer dan Bitcoin. Dit komt vaak omdat ze een innovatieve toepassing hebben, of gewoon aanzienlijk meer winstpotentieel.

Logisch dus dat de fiscus zich afvraagt: “Geven al die cryptobeleggers en -gebruikers dat eigenlijk wel netjes op?”

En dat gebeurt dus lang niet altijd. Er zijn signalen dat er miljoenen aan cryptovermogen nooit worden aangegeven. En daar wil de Belastingdienst nu korte metten mee maken.

Wat moet je precies aangeven?

Crypto valt onder box 3: het vermogen. De waarde van je crypto op 1 januari van het belastingjaar moet je opgeven bij de Belastingdienst. Dat betekent dus niet hoeveel winst je hebt gemaakt, maar simpelweg wat je coins op die datum waard waren.

Heb je je cryptomunten ergens op een buitenlandse exchange staan? Maakt niet uit. Ook dat telt mee. De locatie van je wallet doet er voor de fiscus niet toe – als jij er toegang toe hebt, dan hoort het in je aangifte.

Meer data, minder speelruimte

De Belastingdienst is niet dom, gewoon erg hebberig. Waar ze vroeger nog wat achterliepen op technologische ontwikkelingen, zijn ze nu stevig aan het inhalen.

Ze werken samen met buitenlandse belastingdiensten, analyseren transactiegegevens, en weten inmiddels prima hoe ze verborgen cryptowallets kunnen opsporen.

Je hoeft echt geen miljonair te zijn om in het vizier te komen. Als je vermogen plotseling stijgt, of als je bepaalde transacties niet goed kunt verklaren, gaan er al snel alarmbellen af bij de fiscus.

Europese regels worden strenger

Vanaf 2026 komt daar nog een schepje bovenop met de invoering van DAC8: een Europese richtlijn die crypto-aanbieders verplicht om klantgegevens te delen met belastingautoriteiten.

Dus ook als je denkt slim te zijn door je geld op een buitenlandse exchange te parkeren, komt de Belastingdienst daar straks gewoon achter.

Privacy en anonimiteit in de cryptowereld raken steeds meer op de achtergrond. En daar kun je van vinden wat je wilt, maar het verandert weinig aan de verplichtingen die je hebt.

Boetes die pijn doen

De Belastingdienst is behoorlijk duidelijk: wie bewust verzuimt crypto op te geven, kan een boete krijgen van maar liefst 300% bovenop de verschuldigde belasting.

Tel daar rente en naheffing bij op, en je loopt het risico om fors meer kwijt te raken dan wat je ooit verdiend hebt met die cryptocoins.

Dat is nogal een verschil met hoe het jaren geleden ging, toen er amper controle was en je met een beetje technische kennis onder de radar bleef.

Wat als je eerder niks hebt aangegeven?

Geen paniek – tenminste, nog niet. Er bestaat een zogenoemde inkeerregeling. Daarmee kun je vrijwillig aangeven dat je in het verleden fouten hebt gemaakt in je aangifte, bijvoorbeeld door je cryptobezit te verzwijgen.

Zolang de Belastingdienst jou nog niet op het spoor is, kun je het daarmee vaak nog zonder boete rechtzetten.

Maar die regeling is geen vrijbrief om te blijven wachten. Hoe langer je het laat liggen, hoe groter het risico dat je betrapt wordt en het alsnog flink misgaat.

Kortom, crypto is leuk, spannend en vaak zelfs enorm winstgevend. Maar het is niet langer een speeltuin zonder toezicht. De Belastingdienst neemt crypto serieus en de spelregels worden elk jaar strenger.

Dus geef je digitale vermogen netjes op, voorkom boetes en gedoe achteraf. Je hoeft er echt geen fan van te zijn, maar als je met crypto bezig bent, hoort dit er nu eenmaal bij.