ZAANDAM - Twee inmiddels 17-jarige jongens uit Zaandam, destijds 14 en 15 jaar, moesten op maandag 27 oktober voor de jeugdrechter verschijnen omdat zij er onder andere van verdacht werden te hebben gedreigd met een schoolshooting op een school in Zaandam op dinsdag 4 april 2023.

De rechter deed op maandag 10 november uitspraak en heeft beide jongens veroordeeld.

De destijds 15-jarige verdachte werd daarnaast ook nog verdacht van poging tot afpersing van de school en het wederrechtelijk gebruiken van ID-gegevens van een klasgenoot, waardoor het in eerste instantie leek alsof die jongen achter de dreiging zat; die laatste jongen werd vervolgens ook daadwerkelijk aangehouden.

Wat er die dag gebeurde


Op dinsdag 4 april 2023 ontvingen meerdere docenten van een middelbare school in Zaandam een e-mail waarin werd gedreigd met een schoolshooting. Er was een foto bijgevoegd van een onherkenbaar gemaakt persoon met automatisch geweer. De school nam de dreiging serieus, waarschuwde de politie en sloot de schooldeuren voor die dag.
Het zorgde voor veel onrust. Leerlingen, ouders, docenten en andere medewerkers van de school maakten zich zorgen.
De onrust was ook voor de buitenwereld zichtbaar, maar voor de destijds 15-jarige verdachte was dit geen reden om te stoppen. Hij stuurde een mail met een eis van 100.000 dollar in crypto om de schoolshooting te voorkomen.

Onderzoek


Gedurende het onderzoek naar de schoolshooting en de rol van de twee verdachten daarin, kwamen er nog meer strafbare feiten naar voren. Ze hielden zich bezig met het online oplichten van mensen. Beiden worden daarom ook nog verdacht van oplichting in vereniging, computervredebreuk en het manipuleren van computergegevens. De destijds 15-jarige verdachte had daarnaast ook nog hacking tools in zijn bezit en wordt verdacht van witwassen in vereniging.

Strafeisen en uitspraken


Inmiddels is het ruim 2,5 jaar nadat de dreiging met de schoolshooting plaatsvond. Het onderzoek naar het digitaal oplichten van andere mensen, nam veel tijd in beslag. De jongens zijn inmiddels allebei 17 jaar en hebben zover naar voren is gekomen, recent geen andere strafbare feiten gepleegd. Ze lijken hun leven te hebben gebeterd en weer op de rit te hebben. Het tijdsverloop, de destijds zeer jonge leeftijd van de verdachten en het feit dat er geen nieuwe strafbare feiten zijn bijgekomen, nam de officier van justitie mee in de strafeis.
Daarnaast benadrukte zij ter zitting dat het wel om zeer ernstige feiten gaat. De dreiging van de schoolshooting heeft voor veel paniek en onrust gezorgd. Met betrekking tot de oplichtingsfeiten benoemde de officier van justitie ter zitting dat de verdachte op grove wijze winst heeft gemaakt over de rug van mensen die digitaal minder onderlegd zijn.

Uiteindelijk eiste de officier van justitie ten aanzien van de destijds 15-jarige verdachte 135 dagen jeugddetentie met aftrek van 15 dagen voorarrest, waarvan 120 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar en met oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals door de Raad geadviseerd met een proeftijd van één jaar. Ook vroeg de officier van justitie de verdachte een onvoorwaardelijke werkstraf van 200 uur op te leggen.

De rechtbank veroordeelde deze verdachte tot 135 dagen jeugddetentie, met aftrek van het voorarrest, waarvan 120 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank legde de bijzondere voorwaarden op zoals door de Raad geadviseerd, met een proefperiode van één jaar. Tot slot legde de rechtbank ook een onvoorwaardelijke werkstraf van 100 uur op.

De tweede verdachte hoorde een strafeis van 14 dagen jeugddetentie tegen zich eisen, met aftrek van het voorarrest (van 14 dagen) en een werkstraf van 100 uur.

De rechtbank veroordeelde de verdachte tot een werkstraf van 120 uur, wat bij niet of niet goed uitvoeren kan worden vervangen door 60 uur jeugddetentie. De tijd dat de verdachte in voorarrest heeft gezeten wordt bij de taakstraf in mindering gebracht. Per vastgezeten dag, gaan er twee uren taakstraf vanaf.