WORMER - In het Wormer- en Jisperveld brokkelen grote delen veenmosrietland en weidevogelgraslandpercelen af. Van verlanding (het op natuurlijke wijze dichtgroeien van open water) is nauwelijks meer sprake. Om verdere achteruitgang te voorkomen voert Natuurmonumenten vanaf januari 2024 herstelwerkzaamheden uit in het natuurgebied.


Stefan Muller, boswachter bij Natuurmonumenten: “Het afbrokkelen van stukken land noemen we ook wel afkalven. We verliezen door dit proces letterlijk stukken land. Om verdere achteruitgang te voorkomen is in eerste instantie behoud nodig. Daar gaan we eerst mee aan de slag.” Afkalving wordt veroorzaakt door verschillende factoren, zoals vraat en betreding door ganzen, afslag door golven (door waterverkeer en windwerking) en door de waterkwaliteit.

De werkzaamheden bestaan uit het plaatsen van oeverbeschoeiing. Hiermee wordt verdere afkalving van de oevers gestopt en krijgt oevervegetatie de kans om te herstellen. Zo blijft het karakteristieke beeld van het Wormer- en Jisperveld, als lappendeken van water en land, behouden.

Muller: “Het benodigd beschoeiingsmateriaal wordt via de weg aangevoerd naar de beheerboerderij van Natuurmonumenten. Vanaf daar zal het per boot worden vervoerd naar de locaties waar de oevers moeten worden beschermd. Ook het plaatsen van de beschoeiing zal vanaf het water (met behulp van pontons) plaatsvinden. Het kan zijn dat recreatievaart in dat gebied tijdens de uitvoering enige hinder of drukte kan ondervinden.” Welke werkzaamheden wanneer precies worden uitgevoerd, is afhankelijk van wind, regen en vorst.

De herstelwerkzaamheden bestaan uit een pakket aan natuurherstelmaatregelen die van januari 2024 tot en met maart 2026 in fases wordt uitgevoerd. Tijdens het broedseizoen en de zomer (half maart – half september) voert Natuurmonumenten geen grote werkzaamheden uit in het gebied zodat vogels in alle rust kunnen broeden. Aan de randen van het broedgebied kunnen incidenteel werkzaamheden worden uitgevoerd die geen verstoring opleveren.

Deze werkzaamheden worden gefinancierd door de provincie Noord-Holland.