ZAANDAM - Postcode 1501 en 1503. Dit is het gebied in Zaandam waar Lies de scepter zwaait. Ze ontfermt ze zich samen met andere vrijwilligers over vele ouderen in haar wijken. Bellen, bezoeken, dagjes uit, plannen maken, vergaderen: ze draait haar hand er niet voor om. Hoe oud ze is? 82!

De van oorsprong Amsterdamse Lies van Geer woont al een jaar of veertig in Zaandam. Destijds vertrok ze samen met haar hospita -die ze als een moeder beschouwde- naar een flat ten noorden van de hoofdstad. Ze zorgde nog achttien jaar voor deze dame en werkte ondertussen bij een bank. “Het was mijn taak om met particuliere klanten te overleggen hoe ze terug konden betalen. Je wil natuurlijk dat mensen kunnen rondkomen tijdens het afbetalen en het was aan mij om daar samen met klanten een weg in te vinden.”

Het sociale en zorgzame karakter van Lies komt goed van pas bij haar voorzitterschap van een lokale Zonnebloemafdeling. Na een reünie van de scouting eind jaren negentig kwam ze in contact met vriendinnen van vroeger waarvan er eentje al vrijwilliger bij de Zonnebloem was. “Mijn vriendin vertelde erover en het leek me mooi me daarvoor in te zetten.” Inmiddels had ze voldoende tijd om dat te kunnen doen en tot op de dag van vandaag is ze gebleven.

Zelf zit Lies ook in de leeftijd van haar gasten. De ouderen in haar wijken zijn tussen de 65 en 107 jaar oud en hebben een fysieke beperking. “Zelf loop ik ook niet meer als een kievit, maar me inzetten doe ik nog erg graag. Als ik stop met dit vrijwilligerswerk, dan kan ik mezelf ook wel aanmelden als gast inderdaad, maar het lijkt me zo gek om na al die jaren ineens in een andere rol te zitten!”

Schoolreisjes
In de loop van de jaren is ze al veel op pad geweest met de gasten. Naar een tentoonstelling met zandsculpturen, de schouwburg of gewoon een terrasje in de stad: Lies weet dat de gasten van de Zonnebloem het allemaal geweldig vinden. Het allerleukste vinden ze het als de touringcar komt voorrijden. De rolstoelen opklappen, de gasten erin, rolletjes pepermunt en op pad gaan ze. “Als de gasten aan het eind van de dag met blije gezichten en een twinkel in hun ogen een hand komen geven en me bedanken, dan weet ik waarvoor ik het doe.”

Op zo’n dag hebben ze een hoop lol. “Die keer dat een dame met haar billen in de vloedlijn viel en niet meer bijkwam van het lachen. Heerlijk was dat. Of toen een gast aan het eind van de dag nergens te zien was. Iedereen zat in de bus, maar haar naam was nog niet afgevinkt. Alle vrijwilligers zochten het park af, maar niks. Ik besloot nog een laatste keer hard in de bus te roepen of iemand haar gezien had. Roept ze zelf: ik ben er gewoon hoor! Het is soms net een schoolreisje.”

Betekenis en dankbaarheid
Dat de gasten niet alleen een leuke dag hebben, maar dat het ook echt veel betekent voor ze, is Lies wel duidelijk. “Ik weet nog dat we een keer met de strandbus naar Petten waren. Iedereen was lekker aan het keuvelen en ineens stond daar een van onze gasten op het warme zand, de armen gespreid. “Whoehoe! Ik ben er nog!” riep ze. We hadden geen idee waarom ze dat deed. Op de terugreis vroeg ik haar ernaar en ze vertelde ernstig ziek te zijn. Een maand later was ze er helaas niet meer. Dat wij haar die dag hebben mogen geven is ongelofelijk fijn. Het is zo dankbaar om dit te kunnen doen.” Het afgelopen jaar hebben Lies en haar vrijwilligers vooral veel gebeld met mensen, omdat ze nergens heen konden. “Je kunt merken dat het echt een opluchting voor ze is als ze even kunnen praten met iemand.”

Lies tovert ondertussen een geborduurd tasje tevoorschijn en stopt er wat lampjes in. “Kijk, dit hebben we met kerst gegeven.” Naast dagjes uit, bezoeken de vrijwilligers ook de mensen in de wijk en brengen ze op bijzondere dagen een cadeautje. Met een team van tweeëntwintig mensen bedenken ze activiteiten en regelen alles wat er moet gebeuren.

Als het aan Lies ligt, komen er nog veel meer vrijwilligers bij de club. Ook mensen die maar af en toe tijd hebben. “We hebben weleens een dagje rolstoelduwers nodig en mensen die even op en neer rijden. Zoveel tijd hoeft het allemaal niet te kosten. Zelfs het voorzitterschap valt wel mee.” Na zich jarenlang ingezet te hebben, zou ze het prima vinden als iemand haar opvolgt.

Dus: wie neemt het stokje van Lies over? Misschien dat ze dan zelf ook eens een keer meegaat op een boottochtje als gast. “Ja, wie weet laat ik me dan toch ook eens in de watten leggen!”