ZAANDIJK - Een week na het WK karten in Le Mans gaf Joey van Splunteren acte de présence bij de Hankook Finaleraces op het TT Circuit in Assen. In een Renault Clio RS 3 kwam de coureur uit Zaandijk uit in de Sport-klasse van de Supercar Challenge. “Dit was echt de laatste officiële race van dit jaar”, zei Van Splunteren nadat hij bij de podiumceremonie een champagnedouche had gekregen.

Want waar Joey van Splunteren ook racet, hij wil maar één ding en dat is op het podium staan. En dan uiteraard het liefste op het hoogste treetje. Tijdens de eerste race op zaterdag bleek dat nog niet mogelijk. “Zaterdag maakten we een foutje tijdens de pitstop en dat kostte ons zeker 15 seconden. Bovendien was de auto nog niet snel genoeg. Daardoor konden we nooit in de buurt van het podium komen.

”Een dag later was dat wel anders. “Op zondag was de auto wel goed. Ik heb goed geconcentreerd gereden en heb achter Rob Nieman lang mijn banden kunnen sparen. Ik wist dat het na de verplichte pitstop moest gebeuren. Dat plan werkte prima, al kreeg Rob ook nog een drive trough penalty.”

Van Splunteren reed eind september, kort voor het WK karten in Le Mans, zijn eerste races in de Supercar Challenge en het is een klasse die hem wel bevalt. In Spa reed de Zaandijker twee keer naar het podium. “Spa was een goed weekend voor me. We waren de snelste in de kwalificatie en konden dat omzetten in een overwinning in de eerste race. In de tweede race zat de overwinning er ook in, maar kreeg ik een probleem met de brandstofpomp. In het begin kon ik dat nog wel controleren, maar in de slotfase werd het probleem te groot, waardoor ik genoegen moest nemen met P2."

Van Splunteren switcht veelvuldig tussen de autosport en het karten. Op de kartbaan mist hij nog één grote titel en dat is het WK. In Le Mans was hij hard op weg tijdens de IAME X30 International Finals, maar werd hij in de finale uitgeschakeld door een concurrent. “Iemand vloog over mijn kart heen en ik viel helemaal terug. Dat is de enige titel die ik nog graag zou willen winnen in de kart.”

De coureur kiest voorlopig niet tussen beide takken van motorsport. “Karten is intensiever en bij autosport ligt het minder aan de coureur. De auto moet goed zijn. Al geeft een goede coureur aan het team door wat er moet veranderen. Uiteindelijk kun je met de autosport verder komen. Ik wil het zeker vaker gaan doen. Of dat de Supercar Challenge is, weet ik nog niet. Het kan ook de GT3 of de GT4 zijn. Maar ik zal ook zeker blijven karten. Karten blijft het leukste om te doen, dus ik ga voor een combinatie tussen beide sporten.”